Lees verder
Wijziging Vrijstellingsregeling en Vrijstellings- en boetebesluit
Sinds 30 september 2025 zijn twee aanpassingen van kracht op pensioengebied. Ten eerste het ’Vrijstellings- en boetebesluit Bpf 2000’. Ten tweede de ‘Wijziging van de Regeling vrijstellingen Wet Bpf 2000 in verband met aanpassingen financiële en actuariële gelijkwaardigheid’. In Pensioenitems 2025 nummer 4 schreven wij over de inhoud van de voorgestelde aanpassingen. Onderstaand gaan wij in op de wijzigingen daarin bij de inwerkingtreding.
Overgangsrecht vrijstelling wegens beleggingsperformance
Het volgende is toegevoegd ten opzichte van het voorstel. Zolang niet zowel de werkgever als het bedrijfstakpensioenfonds is overgegaan op een regeling volgens de Wet toekomst pensioenen kan, voor de gelijkwaardigheid in geval van vrijstelling op basis van beleggingsperformance, volstaan worden met een gelijke premie voor pensioenen op opbouwbasis en een pensioen op risicobasis zoals het bedrijfstakpensioenfonds uitvoerde voor de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Deze vrijstelling kan niet worden ingetrokken wegens ontbreken van actuariële gelijkwaardigheid.
Financiële gelijkwaardigheid
Ten opzichte van het voorstel is vervallen dat de werkgever en het bedrijfstakpensioenfonds dezelfde grondslag moeten gebruiken voor de bepaling van de hoogte van de uitkeringen van de pensioenen op risicobasis. Slechts de onvoorwaardelijk toegezegde pensioenen worden meegenomen en niet de vrijwillige regelingen die het bedrijfstakpensioenfonds uitvoert of vervangende arbeidsvoorwaarden.
Actuariële gelijkwaardigheid
Ten opzichte van het voorstel is bepaald dat de actuariële gelijkwaardigheid kwantitatief moet worden aangetoond. Maar als zowel de werkgever als het bedrijfstakpensioenfonds daarmee instemmen, kan dat ook kwalitatief.
De kwantitatieve gelijkwaardigheid dient te worden aangetoond met een deterministische analyse op basis van het deelnemersbestand van de werkgever of het modelbestand van het bedrijfstakpensioenfonds. Met instemming van zowel de werkgever als het bedrijfstakpensioenfonds kan een stochastische analyse worden uitgevoerd.
Indien de pensioenregeling een staffel met leeftijdsafhankelijke premiepercentages kent, kan tot 1 oktober 2030 de ontslagkans buiten beschouwing blijven. Vanaf dan kan het bedrijfstakpensioenfonds een toets verlangen waarbij de ontslagkansen wel worden meegenomen.
Evaluatie
Tot slot is toegevoegd is dat de minister in 2028 verslag doet van de doeltreffendheid en de effecten van de toets van actuariële gelijkwaardigheid.